Bron: managementsupport.nl – Michael van Dorp
Ondersteuners hebben in de coronacrisis minder contact met degene(n) die zij ondersteunen. De maatregelen tegen het virus hebben het ondersteuners moeilijker gemaakt om hun mening te geven en invloed uit te oefenen. Dat blijkt uit onderzoek van Management Support onder 2.456 werknemers.
Management Support voerde eind april een onderzoek uit binnen de doelgroep naar werkomstandigheden in de coronacrisis. Maar liefst 2.456 respondenten namen hieraan deel. Het grootste deel geeft gehoor aan de oproep van de overheid om zo veel mogelijk vanuit huis te werken. 85 procent van de respondenten doet dit nu meer dan voor de uitbraak van covid-19. 12 procent zegt evenveel vanuit huis te werken en 3 procent is dit juist minder gaan doen. Een op de drie ondersteuners heeft het aantal gewerkte uren per week zien veranderen. 18 procent is meer gaan werken, 15 procent minder.
Logisch gevolg is dat respondenten over het algemeen minder vaak op dezelfde plek werken als degene(n) die zij ondersteunen. Slechts 20 procent zegt nog minstens drie keer per week met elkaar op kantoor (of elders) te werken. Een vrijwel even kleine groep ziet elkaar nog één à twee keer per week. Zes op de tien werken momenteel helemaal niet op dezelfde locatie als degene(n) die zij ondersteunen.
Minder contact
Het verlies aan contactmomenten op kantoor wordt zo goed mogelijk opgevangen met andere communicatiemethoden. Zo meldde Microsoft in april al een recordaantal van 2,7 miljard vergaderminuten per dag via Teams, drie keer zo veel als de 900 miljoen van halverwege maart. Chat-app Slack en teleconferentieservice Zoom verwelkomden miljoenen nieuwe gebruikers.
Van de respondenten in dit onderzoek doet driekwart aan videocalls met software als Zoom, Teams en Skype. Negen op de tien respondenten e-mailen met degene(n) die zij ondersteunen. 82 procent heeft contact via de telefoon en 67 procent stuurt (ook) berichten via WhatsApp of sms.
Dit alles weet het verlies aan face-to-facecontact niet helemaal te compenseren. 55 procent van de respondenten zegt in de coronacrisis minder contact te hebben met degene(n) die zij ondersteunen. 33 procent heeft nog evenveel contact. Een kleine groep van 12 procent heeft het contact in de nieuwe omstandigheden juist zien toenemen.
Minder invloed
Voor de meeste ondersteuners leiden de alternatieve communicatiemethoden niet direct tot problemen. 70 procent zegt dat de communicatie even soepel (of moeizaam) verloopt als voor de coronacrisis. Een kwart merkt echter dat de communicatie moeizamer verloopt sinds we zo veel mogelijk thuiswerken en andere communicatiemiddelen gebruiken.
Een vergelijkbaar beeld komt naar voren als respondenten wordt gevraagd naar hun vermogen om hun mening te laten klinken en invloed uit te oefenen op beslissingsprocessen. Een op de vijf respondenten heeft in de huidige situatie meer moeite om zijn mening te geven. De groep die haar invloed ziet verkleinen door het werken op afstand, is nog groter. Een op de drie ondersteuners voelt zich minder invloedrijk.
“Ondersteuners worden steeds meer als sparringpartner gezien. Managers vragen graag naar hun mening en laten zich hierdoor beïnvloeden”, reageert Thijs van Pinxteren, uitgever van Management Support. “In organisaties waar ondersteuners zich minder gehoord voelen, ontbreekt nu een belangrijke stem. Het is zaak om dat snel recht te trekken binnen de kaders van de maatregelen tegen het coronavirus.”
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek is in april 2020 uitgevoerd. 2.456 mensen hebben de vragenlijst gedeeltelijk of volledig ingevuld. De respondenten werken in functies als directiesecretaresse (27 procent), secretaresse (22 procent) en officemanager (11 procent). De meest voorkomende branches waarin de respondenten werken, zijn gezondheids- en welzijnszorg (22 procent), onderwijs (13 procent) en overheid/openbaar bestuur (13 procent). 60 procent werkt parttime, 40 procent fulltime. 63 procent is 50 jaar of ouder, 12 procent is jonger dan 40. 56 procent is hbo/universitair opgeleid, 44 procent volgde mbo.